Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
- hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden;
- hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden.
- In het geval onder punt 2 omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.
Dit betekent: Ongeveer hetzelfde als bij Artikel 138 Grondwet; wanneer jij gedwongen wordt door wie dan ook, om iets te doen wat duidelijk tegen de wet is; dan is degene die jou hiertoe aanzet strafbaar.