Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.
Hoe werkt dit in geval van binnenkomende Boa’s: Wanneer de ambtenaar is geïnformeerd over het ontbreken van de absolute basis van zijn ambtelijke bevoegdheden, zoals dat het geval is bij de coronamaatregelen, handelt de ambtenaar niet langer in de rechtmatigheid van zijn bediening en is elke bevoegdheid die wordt aangegrepen om de maatregelen te handhaven onbevoegd en van rechtswege een ambtsmisdrijf. Ook elke vordering/bevel, welke wordt gegeven vanuit of met betrekking tot deze maatregelen, zijn onbevoegd gegeven vorderingen/bevelen.
Wanneer een ambtenaar is geïnformeerd kan hem rechtmatig de deur gewezen worden, geeft hij hier geen gehoor aan dan kan gevorderd worden (2X) dat hij het pand of de ruimte moet verlaten. Wanneer hier geen gehoor aan gegeven wordt pleegt deze ambtenaar lokaalvredebreuk, huisvredebreuk of erfvredebreuk, afhankelijk van waar deze ambtenaar zich bevindt.
De QR code is een ronduit mens onterend systeem. Door mensen op grond van medische gronden uit te sluiten is er sprake van discriminatie (art. 1 Grondwet en art. 90quater Strafrecht.).
De gediscrimineerde wordt dan tevens gedwongen iets te doen, niets te doen of te dulden en dat is dwang (art. 365 en 284 Strafrecht.). Deze mensen worden ten aanzien van anderen het recht op gelijkheid en vrijheid ontnomen maar ook is dit een mens onterende behandeling (artikelen 2 t/m 7 Universele rechten van de mens).
Door als diender mensen aan te zetten tot dwang om anderen te discrimineren op straffe van boetes of andere dwangmiddelen, maken deze dienders zich ook schuldig aan art. 365 Strafrecht.